Beschrijving
De Zes Solo Suiten J.S Bach zijn de suites waar iedere cellist blij mee is. Iedereen vindt ze geweldig omdat er, muzikaal gezien, zoveel in te vinden is. Bach componeerde de suites in de periode van 1717-1723. Hij was toen in dienst bij de muziek-minnende Leopold van Anhalt-Kothen. Aan dit hof had Bach alle mogelijkheid om niet functionele muziek te schrijven.
Bij het spelen van de zes solo suites merk je dat Bach begeleiding en melodie door elkaar heeft gebruikt, je vindt helderheid en diepte. Grote emotionele lading en interactie tussen de twee stemmen. Het is een van de meest geliefde stukken voor cello solo. Je raakt er nooit op uit gekeken!
Bach’s articulatie vraagt om een speciale boog techniek. Wij moderne cellisten kunnen vaak heel mooi legato spelen, alles aan elkaar plakken. Maar in de tijd van Bach 17e 18e eeuw speelde men vooral non legato en een brede detache. De bogen hadden de bedoeling om een groep noten “uit” de tekst te halen en ze zo los van de andere noten te zetten. Vaak zie je ook dat er na een boog begeleidende noten komen. Of ze melodisch gezien bij elkaar horen.
Achterin dit boek een uitgebreide index die je helpen bij de uitvoering van de suites van J.S Bach.