Het is altijd moeilijk in het begin, en soms ook als je al langer cello speelt, om goed te studeren. De 10 gouden tips om goed te studeren helpen je om op een goede manier te studeren. Zodat je in een korte tijd veel kunt doen. Ga je gewoon een stukje door spelen of komt er meer bij kijken. Je raad het al er komt echt meer bij kijken. Goed studeren is een hele kunst. Hoe sneller je het onder de knie hebt des te meer profijt heb je ervan! Natuurlijk blijf je naast het studeren ook fijn muziek maken. Ook altijd de stukken doorspelen. Maar eerst studeren!
Ga zodra je kan in een orkest of met iemand samen muziek maken. Weet je geen orkest of weet je niemand om mee samen te spelen vraag het dan aan je docent.
Tip 1
Kies een vast moment uit op de dag wanneer je altijd kan studeren. Ga eerst studeren en daarna lekker relaxen of een boekje lezen, naar buiten of iets dat je graag doet.
Tip 2
Kijk eerst hoe het stuk dat je gaat spelen eruit ziet. Staan er voortekens (kruizen of mollen) vooraan de lijn, welke toonladder hoort er bij het stuk dat je gaat spelen en speel die ook of wat voor maatsoort is het. Komt er een grote greep in voor of positie wissels? Niet schrikken van snelle noten. Alles kun je leren!
Tip 3
Begin rustig aan met spelen. Als je iets niet snapt of het lukt niet knobbel het dan uit zodat je het snapt en beter kan onthouden en het steeds vaker lukt. Soms is dat best lastig in het begin, maar hoe sneller je het snapt hoe eerder je het stuk dat je aan het studeren bent in een keer kan zonder fouten kan spelen! Snap je niet waarom sommige stukjes niet lukken terwijl je toch alles uit hebt gezocht. Zet een kruis voor de regel en vraag je docent om mee te kijken. Misschien heb je iets over het hoofd gezien.
Tip 4
Als je de de kleine stukjes die je lastig hebt gevonden apart heb gestudeerd rijg ze dan weer aan elkaar zodat het weer een muziekstuk wordt. Soms is het nodig om eerst één maat te studeren dan de volgende maat. Daarna plak je de twee maten weer aan elkaar.
Tip 5
Snap je hoe het in stuk in elkaar zit SUPER, speel het nog een paar keer zodat het van zelf gaat. Je kunt dan gaan letten op hoe klinkt het. Speel ik forte of piano en hoe zou het stuk het mooiste klinken. Hoe heeft de componist het bedoeld. Zoek een opname van het stuk dat je aan het studeren bent. Zo krijg je een goed beeld hoe het stuk kan worden. Je docent kan je daar ook bij helpen.
Tip 6
Wil je een snel loopje studeren en lukt het steeds niet, studeer het dan eens van achter naar voren. Wel met de zelfde vingerzetting en streek! Je zult zien dat het daarna veel makkelijker gaat.
Tip 7
Snap je hoe het stuk technisch (links) zit, besteed dan veel aandacht aan hoe het klinkt. Ga hiermee experimenteren. Strijk eens een keer heel dicht bij de toets. Of juist heel dicht bij de kam en luister hoe dat klinkt. Al deze verschillende klankkleuren kunt je gebruiken in je muziek.
Tip 8
Werk aan stok indeling. Gebruik ik een hele stok of een halve en vooral ook waarom. Niet alleen maar op- en afstreek strijken. Wil je de noten kleuren met je stok dan is daar een goede stokindeling en streekplek voor nodig. Weet je niet hoe je dit aan moet pakken vraag je docent om hulp. Ben je nog niet toe aan het indelen van je stok? Geen nood alles op z’n tijd!
Tip 9
Studeer links en rechts apart door rechts te strijken, goede streek en snaren. De linker hand speel je de vingers op de kast van de cello. Zo wordt rechts zelfstandig en begrijpt je rechter arm beter wat hij aan het doen is.
Tip 10
Begin met studeren niet altijd vooraan een stuk, maar ook eens halverwege of achteraan. Zo krijgen alle delen van een stuk evenveel aandacht.