Als je het cello A-examen gaat doen heb je vaak theorie lessen en leer je de muziektheorie die bij het A-examen hoort. Maar wat moet je nu eigenlijk allemaal op je cello kunnen als je het A examen gaat doen?
Hieronder volgt een lijst met alles wat je op je A-examen kunt verwachten. Deze lijst heb ik niet zelf verzonnen. Hij komt uit het raamleerplan van de E.S.T.A.; de European String Teachers Association. Dat je toonladders moet spelen wist je vast al. Maar er zijn nog veel meer leuke dingen die je gaat doen.
Wat moet je kunnen voor je A-examen:
- Stemmen van je instrument.
- Goede lichaamshouding.
- Goede stokhouding.
- Een stukje uit het hoofd spelen.
- In een 2 en 3 kwarts maat spelen.
- Eenvoudige flageoletten en glissando’s.
- Eenvoudige melodische stukjes gebaseerd op kinderliedjes.
- Eenvoudige stokindeling; hoe is je stok ingedeeld.
- Eenvoudig improviseren; voorzin voorgespeeld nazin zelf verzinnen.
- Naspelen van wat wordt voorgespeeld. Je mag niet zien wat er wordt voorgespeeld.
- Kennis maken met toonvorming; Wat kun je allemaal met je strijkstok.
- Kennismaken met dynamiek; Wat voor klank kun je maken op je cello?
- De noten kunnen benoemen die je speelt.
- Van het blad lezen van een stukje dat je nog niet kent.
- Ritmes van het blad lezen door te strijken of tikken; hele, halve, kwart en achtste noten.
- Toonladder en drieklank van C-groot, D-groot en A-groot over 1 oktaaf.
Best een lange lijst, maar je werkt er samen met je docent naartoe. Dan gaat het je zeker lukken! Heel veel plezier met het voorbereiden van je cello A-examen.