Beschrijving
Oorsprong van Capriccio voor cello en piano
Muziek door een 19-jarige. Met zoveel liefde en tederheid. Een lied zonder woorden, zoals het zich presenteert in het eerste deel. Het is verrassend dat de oudere broer van de componist – Johann jakob – toch is vertrokken. In 1704 ging hij tijdens de oorlog werken in de koninklijke wacht van de Zweedse koning Charles XII, als hoboïst. Dit betekende een verre reis naar het buitenland, de vijand trotseren en de kans dat hij nooit meer thuis zou komen. Door deze muziek vraagt Johann Sebastian (Bach) zijn broer om af te zien van zijn plannen.
I. Arioso, Adagio – His friends try to persuade him to abandon his journey
II. They suggest various accidents may befall him in foreign lands
III. Adagiosissimo – The lamentations of his friends
IV. Seeing that it cannot be otherwise, his friends gather to bid him farewell
V. Allegro poco – The postillion’s horn call
VI. Fugue based on the postillion’s horn call
Deel II en VI zijn fuga’s. Dat is een muziekvorm waarin meerstemmigheid (contrapunt) en gevarieerde herhaling een hoofdrol spelen. Deel III is een passacalia. Dat is een compositie in meestal driedelige maatsoort over een baslijn, die doorgaans eerst alleen klinkt en vervolgens herhaald wordt waarbij de boven- en middenstemmen een contrapuntische en harmonische relatie met deze basmelodie aangaan.
Aantekeningen over cello techniek bij dit boek
Dit boek is geschikt voor de gevorderde cellist, conservatorium student of beroeps. Alle sleutels komen voor, dus F- G- en C- sleutel. Veel staat er in de C-sleutel geschreven. Dus wil je deze beter onder de knie krijgen, ga de uitdaging aan.
Over Mats Lidström
Cellist Mats Lidström is geboren in Zweden en woont in Londen. Als internationale cello solist en kamermuziek musicus heeft hij een reputatie opgebouwd voor uitvoeringen met groot inzicht en virtuositeit. Sinds 1993 is hij lid van de RAM Cello Faculty. Momenteel is hij verbonden aan de Oxford Universiteit als hoofddocent bij het Oxford Philharmonic & Soloists. Mats heeft opnames gemaakt voor alle grote platenlabels en voor zijn eigen bedrijf: CelloLid.com. Bovendien is Mats de oprichter van de jaarlijkse cello-cursus EXPANSION. Die wordt gehouden op het platteland van zijn geboorteland Zweden. Hier vind je de persoonlijke homepage van Mats Lidström: matslidstrom.com
In de Cellowinkel vind je naast deze Capriccio ook alle andere bladmuziek van Mats Lidström. Volg de link voor een overzicht.
Voorwoord bij dit boek
(Red.: mijn vertaling) 1704. Muziek door een 19 jarige met alle voortekenen van een enorm talent. Zijn springplank is de nalatenschap van Buxtehude Kuhnau, Fux, Pachebel, Biber en Corelli. Het is de muziek van een barokgeneratie ouder, die berust op strikte muziektheorie. In zijn Capriccio BWV 992, laat Bach zijn muzikale opleiding zien via twee fuga’s (deel 2 en 6) en een passacalia (deel 3).
Johann Sebastian Bach en zijn broer Johann Jakob
Johann Sebastian en zijn broers waren al op jonge leeftijd weeskinderen en ze hadden een sterke onderlinge band. De drie jaar oudere Johann Jakob had een positie geaccepteerd als hoboist in de koninklijke wacht van de Zweedse koning Charles XII, in oorlogstijd. Dit betekende een verre reis naar het buitenland, contact met de vijand en de kans om nooit meer thuis te komen. Het is verrassend dat hij vertrok, ondanks de liefde en tederheid – als een lied zonder woorden – die spreekt uit het eerste deel van deze compositie.
Als geboren Zweed, raakt mij deze Capriccio van Bach en de toetreding van zijn broer in het Zweedse leger. Het Zweedse rijk viel in de zomer van 1709 met de strijd om Poltava. Peter I van Rusland (Peter de Grote) won deze strijd. Veertigduizend mannen eindigden als krijgsgevangenen voor tientalle jaren in Rusland en de meesten van hen zouden hun thuisland nooit meer zien.
Van Johann Jakob naar mijzelf
Johan Jakobs positie bij de koninklijke wacht maakte dat hij dicht bij de koning verbleef. Het lukte hem om samen met de koning en de resterende duizend man van de koninklijke wacht te ontsnappen over de Vorskla rivier. Ze reisden naar het Zuiden, richting Constantinopel en het Ottomaanse rijk. Hier probeerde Charles XII met het ottomaanse leger te onderhandelen om tegen Tsaar Peter te vechten. Ondertussen regelde Johann Jakob fluit-lessen bij de beroemde Pierre-Gabriel Buffardin.
Uiteindelijk vestigde hij zich in Stockholm, waar hij fluitist werd bij het Orkest van het Koninklijke Hof, van 1713 tot zijn dood in 1722. Dit orkest is opgericht in 1526 en is sinds 1777 het orkest van de Koninklijke Zweedse Opera. Nooit zag hij zijn geliefde broer Johann Sebastian terug. Johann Jakob is begraven bij Jakob’s Kerk, de rode kerk tegenover de artiesteningang van de Opera. 270 jaar later ging ik bij hetzelfde orkest werken als cellist.
Mats,
Londen, juni 2018