Beschrijving
De Variationen für Klavier und Violoncello met thema’s uit de bekende opera’s waren eind 1800 uiterst populair. De muziekuitgevers hadden toonden veel belangstelling voor deze werken, omdat ze deze werken in een grote oplage konden verkopen. Voor de jonge Beethoven was deze markt ook interessant en daarom componeerde hij meer van deze werken. Het meeste voor piano solo. Gelukkig heeft hij ook voor piano en cello wat gecomponeerd.
Om deze stukken te kunnen spelen moet je bekent zijn met de 1e tot en met de 4e positie en een beetje duimpositie. Grote en kleine greep horen daar natuurlijk ook bij. Regelmatig komt de C-sleutel voor en af en toe de G – sleutel.
In Variationen für Klavier und Violoncello staat:
- Zwölf Variationen Thema ‘Judas Maccabäus’ WoO 45 – Händel
- Zwölf Variationen Thema ‘ Ein mädchen oder Weibchen’ Op.66 – Mozart
- Sieben Variationen Thema ‘ Bei Männern, welche Liebe fühlen’ WoO 46 – Mozart